Hoe werkt een lift?

Handig als je een keer niet wilt (of kunt) traplopen, zo’n lift. Hoe brengt deze uitvinding je op de juiste verdieping?

Machinekamer

Er zijn verschillende soorten liften. Maar in de meeste hoge gebouwen zit een tractielift. Die hijst het lifthokje van bovenaf omhoog.

Hoe doet ie dat? Het hokje waarin je staat, hangt in een liftschacht. Dat is een lange gang die van boven tot onder door een gebouw loopt.

Boven in de liftschacht zit de machinekamer. Daarin zit de besturingskast; een soort computer. Die bestuurt de liftmotor, met daaraan een grote schijf. Om die schijf lopen dikke kabels, wel vier of zelfs acht.

Contragewicht

Aan de ene kant van die kabels hangt het lifthokje. Aan het andere uiteinde hangt een ijzeren balk: het contragewicht.

Dat gewicht is ongeveer even zwaar als een lifthokje dat half gevuld is. Zonder het contragewicht zou je een enorme motor nodig hebben om de lift op te hijsen.

Druk je in de lift op de knop voor, bijvoorbeeld, de tweede verdieping? Dan gaat er een signaal naar het besturingskastje, hoog in de machinekamer.

De slimme besturing geeft aan de liftmotor en en de schijf door dat ze moeten gaan draaien. Ze beginnen de kabel op te hijsen, of te laten zakken. De besturing zorgt er ook voor dat de motor op tijd stopt met draaien. Precies als het hokje bij de juiste verdieping hangt.

Dubbele deuren

Nu wil je natuurlijk niet dat de liftdeuren onderweg plotseling open of dicht gaan. Daarom heeft een lift dubbele deuren. Eén in de lift zelf en één op elke verdieping.

Die dubbele deuren kunnen niet zomaar los van elkaar open. Op de deur van het lifthokje zit een slot met grijparmpjes. Op de deuren bij elke verdieping zit een klem.

Is de lift bij de juist verdieping? Dan duwt de klem van de verdiepingsdeur het slot van de liftdeur open. Daardoor gaan ze tegelijk open. En stap jij veilig uit de lift.