Hoe gaat het licht aan?

De zon zakt, het wordt donker in huis. Je drukt op een knopje en kijk, er is weer licht! Geweldige uitvinding, die lamp. Maar hoe gaat het licht nu eigenlijk aan?

Gloeiende draad

Vroeger gebruikten mensen ook wel gas- of olielampen, maar bijna alle lampen die wij tegenwoordig gebruiken, zijn elektrische lampen.

De simpelste elektrische lamp is de gloeilamp. Daarbij loopt een elektrische stroom door een metalen gloeidraad. Die wordt daardoor warm en gaat licht uitstralen.

Als je de lamp uitzet door op het lichtknopje te drukken, onderbreek je de stroomkring die door de lamp loopt. De gloeidraad wordt niet meer warm en de lamp geeft geen licht meer. Zet je het knopje weer aan, dan begint de lamp weer als vanouds te schijnen.

Ingewikkeldere lampen

Tegenwoordig zijn gloeilampen nog maar zelden in gebruik. Ze hebben namelijk heel veel energie nodig voor maar een klein beetje licht. Niet zo duurzaam dus.

Beter zijn bijvoorbeeld spaarlampen, tl-buizen of – de kampioen als het gaat om energiezuinig licht! - ledlampen. Die lampen werken wat ingewikkelder dan een gloeilamp, maar ze hebben allemaal elektriciteit nodig om licht te geven. En dus kun je ze ook gewoon met een knopje aan en uit zetten.